In opdracht van Stadkamer sprak ik afgelopen vrijdag met Sander Schimmelpenninck en ruim 300 onderwijs-en cultuurprofessionals op festival Woest over wat cultuureducatie kan betekenen om de kansengelijkheid en veerkracht van jongeren te vergroten. Sander groeide op in een omgeving waarin alle kansen voor het oprapen lagen. Toch baadt hij zich niet in luxe en tevredenheid. Liever stelt hij de ongelijkheid in ons land aan de kaak.
Ook al deed Sander in zijn jeugd slechts “matig” aan cultuureducatie, hij ging er graag het gesprek over aan met de zaal. Een zaal die benadrukte dat cultuureducatie nog altijd teveel wordt gezien als “leuk extraatje”. Sander ziet het als middel tegen polarisatie, als basisvoorwaarde voor het ontwikkelen van je identiteit én om oog te leren hebben voor schoonheid.
Met zijn publicatie “Sander en de brug” deed Sander voorstellen voor een eerlijker Nederland. De Woest-bezoekers hebben alvast voor de nieuwe druk wat extra voorstellen geformuleerd:
– Projectonderwijs met vakintegratie
– Wettelijke verankering van cultuureducatie
– Afschaffing van tijdelijke subsidieregelingen
– Invoering van kunstvakdocenten als onderdeel van het team op iedere basisschool.
Bij deze opdracht van Merel Veger van Stadkamer kon ik rekenen op de fijne assistentie van Madelon Blok.
Foto boven dit artikel door Christein van Hoffen